Mostafa: bruggenbouwer tussen culturen
Mostafa, 38 jaar jong, in een vorig leven docent aardrijkskunde en Engels, verliet een kleine 10 jaar geleden zijn geboorteland Syrië. Lange tijd woonde hij in Turkije, tot hij ook daar niet langer kon blijven en andermaal moest vluchten. Naar Nederland dit keer. Een jaar lang verbleef hij in AZC’s, onder andere in Ter Apel. Sinds 10 maanden heeft hij weer een eigen plek en woont hij in Winschoten.
Coaching in taal en cultuur
Via een MAP-training (Module Arbeidsmarkt en Participatie) kwam hij bij Afeer terecht en maakte kennis met Aghyad AlSherfawi en Rudi Knol. Dit duo helpt statushouders en inburgeraars thuis te worden in de Nederlandse taal en cultuur. Rudi: “We konden Mostafa direct in de hoogste groep taalcoaching plaatsen. Hij leerde er vooral nieuwe woordenschat, maar ook oefenden we bijvoorbeeld met schrijfopdrachten en gespreksvaardigheden Tijdens StartFest Scheemda in juni dit jaar heeft Mostafa geholpen als tolk.”
Vanuit het Team Ontwikkeling kreeg de inburgeraar hulp bij het schrijven van motivatiebrieven. Toen hij door 2 werkgevers werd uitgenodigd, werd ook het voeren van een sollicitatiegesprek geoefend. En dat leidde tot een mooi resultaat. Sinds september dit jaar doet Mostafa namelijk min of meer hetzelfde als zijn coaches: “Ik ben op 4 september begonnen bij het Alfa-college in Groningen”, vertelt hij. “Als intercultureel coach ondersteun ik anderstalige studenten met de vele problemen en uitdagingen die zij in hun nieuwe thuisland ervaren. En ook de docenten begeleid ik. Ik help de verschillen te overbruggen.” Met een brede lach: “Eigenlijk ben ik een soort van bruggenbouwer tussen culturen.”
Rolmodel
De nieuwe Nederlander is zich bewust van de voorbeeldfunctie die hij kan hebben voor zijn studenten. “Zelf ben ik op dag 1 begonnen met het leren van de Nederlandse taal, eerst via zelfstudie met hulp van Youtube. Daarna ook met steun van vrijwilligers op het AZC. Ik was er vanaf het begin heel serieus en intensief mee bezig, een taal leren is herhalen, herhalen, herhalen. Daarnaast vond ik het belangrijk om Nederlandse mensen te ontmoeten en met hen te praten, zodat ik de taal in praktijk kon oefenen. Ik heb daarom ook veel vrijwilligerswerk gedaan. Je kunt een taal niet alleen maar passief leren. Zo heb ik mijn Nederlands stap voor stap kunnen verbeteren. Ik wist dat de procedure om een verblijfsvergunning te krijgen lang zou duren. Daar wilde ik niet op wachten. Niveau A1, A2 en B1 heb ik in feite zelf gedaan. Bij het talencentrum in Groningen heb ik B2 afgerond en toen kon ik aan het werk bij het Alfa-college.”
En die baan bevalt goed. Hij werkt binnen een leuk team en heeft aardige en behulpzame collega’s. Zijn studenten houdt hij voor dat ze een doel moeten hebben in het leven: “Ik ga in gesprek met mijn studenten en geef zelf het goeie voorbeeld. Als ik het kan, kunnen jullie het ook, maar je moet er wel wat voor doen. Verschillen met zijn docentenbaan in Syrië zijn er zeker, constateert hij: “In Syrië was mijn werk anders. Als docent gaf ik les en de studenten moesten de lesstof leren en reproduceren. Ik had een actieve rol en de studenten waren passief, zou je kunnen zeggen. Hier is het bijna andersom: wij als docenten zijn passiever, wij begeleiden de studenten. Zij moeten zelf bedenken en ontdekken wat ze willen.”
Alleen maar vooruitkijken
Mist hij zijn leven in Syrië? Het blijft even stil. Een lastige vraag misschien? “Nee, niet een lastige vraag”, Mostafa denkt even na, formuleert langzaam en zorgvuldig: “Natuurlijk, ik mis alles van Syrië, maar terugkijken is geen optie. Mijn doel hier en nu is belangrijker, daar focus ik op. Ik ben een optimistisch mens, sinds kort heb ik een huis, werk, ik verdien mijn eigen geld, spreek de taal en ben net begonnen met theorielessen voor mijn rijbewijs. Ik ben uit Syrië gevlucht toen ik het leger in moest. Mijn vrouw woont nog in Turkije. Het is mijn allergrootste wens dat zij hier komt. We leven al 2 jaar apart van elkaar. Ik hoop dat de gezinshereniging over een paar maanden lukt, maar het is al een paar keer uitgesteld en blijft onzeker. Of ik ooit terug kan naar Syrië weet ik niet, het is te vroeg om daar iets over te zeggen. De tijd zal het leren. Ik kan op dit moment alleen maar vooruitkijken en ben dankbaar voor de kansen die ik hier heb gekregen.”